Welkom op mijn blog die gewijd is aan het gebruik van ICT- en in bijzonder Web 2.0-tools, in de taalklas. Ik heb deze blog in de eerste plaats gemaakt voor collega’s die net als ik op zoek zijn naar nieuwe manieren om authentieke communicatie de klas binnen te ‘smokkelen’, om zo de studenten te motiveren en te laten genieten van een vreemde taal. Het Web 2.0 is daarvoor een ideaal instrument, denk ik.

Nu, het aantal nieuwe Web 2.0-tools schiet vandaag werkelijk als paddenstoelen uit de grond. Het doel van deze blog is echter niet om er daar zoveel mogelijk van te bespreken. Ik probeer me net te beperken tot diegene die ik nu al gebruik of waarvan ik denk dat ze in de toekomst nog van pas kunnen komen. Ik hoop in elk geval dat u er iets aan heeft en dat het een inspiratiebron kan zijn voor uw eigen lespraktijk. Het spreekt voor zich dat vragen, opmerkingen en suggesties steeds van harte welkom zijn!

Klik hier voor de Spaanse "tegenhanger" van deze blog. Para la versión española de este blog, da clic aquí


Voordelen

Het Web 2.0 verwijst naar de tweede fase van het internet, waarbij nu ook de gebruikers informatie kunnen publiceren en delen op het web. Het is met andere woorden niet langer de exclusiviteit van de webmaster om te bepalen wat de inhoud is van een webpagina. Zo heeft iedereen wellicht al gehoord van Facebook, Twitter of Weblogs, maar het Web 2.0 omvat nog zoveel meer. Deze nieuwe technologieën bieden ook tal van nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs, onder meer voor de taalklas, en dat is waar het in deze blog rond draait.

Zoals je op de startpagina van deze blog kunt zien, zijn de mogelijkheden van Web 2.0 binnen de taalklas heel divers. Elke toepassing heeft natuurlijk zijn eigen voor- en nadelen. Hieronder wil ik echter dieper ingaan op de voordelen van Web 2.0-toepassingen op zich. Welke troeven hebben ze gemeenschappelijk en waarom vind ik dat ze een belangrijke bijdrage kunnen leveren in het taalonderwijs?

Een van de sleutelwoorden, als het gaat over de integratie van het Web 2.0 in de taalklas, is volgens mij: motivatie.  Wanneer je de student kunt motiveren, hem kunt doen voelen wat je met een taal niet allemaal kan doen en hem op die manier zin kunt doen krijgen in het leren van een vreemde taal, dan gaat de rest van zelf. Dat is trouwens ook de reden waarom ik elk jaar een studiereis organiseer naar Barcelona en de Spaanse erasmusstudenten op geregelde tijdstippen uitnodig om aan de lessen deel te nemen, maar dat is een ander verhaal. Dat de integratie van het Web 2.0 een sterk motiverende factor kan zijn heeft, mijns inziens, te maken met een aantal factoren:
  1. De meest voor de hand liggende wellicht, is het feit dat onze studenten vandaag de dag steeds meer vertrouwd zijn met het Web 2.0. De "nieuwe generatie" is als het ware opgegroeid met programma's als Facebook, Wikipedia, Youtube, enz. (ik hou wel van de term "digital natives").  Het Web 2.0 maakt hoe dan ook deel uit van hun leven en in die zin sluit dit soort opdrachten naadloos aan bij hun dagelijkse bezigheden.
  2. Wat echter veel belangerijker is, denk ik, is het feit dat studenten de opdrachten niet langer maken enkel en alleen voor "de leerkracht". Web 2.0-opdrachten worden namelijk gepubliceerd op het net (op een blog, op de toepassing zelf, of een wiki, enz.) en zijn daardoor door iedereen te bekijken!  Restricties zijn op dat vlak natuurlijk wel mogelijk, maar op zijn minst kunnen nu ook de medestudenten lezen of luisteren naar wat iemand heeft "geproduceerd". Nog beter vind ik het wanneer studenten daartoe 'verplicht' worden, door bijvoorbeeld opdrachten op te splitsen in 2 delen: eerst "produceren" ze iets en vervolgens "reageren" ze op wat hun medestudenten hebben gemaakt. Vanuit een soort trotsgevoel, zullen studenten daardoor sneller geneigd zijn "iets goeds" af te leveren.
  3. Een laatste factor die zorgt voor de intrinsieke motivatie van de student is de authentieke communicatie die voortvloeit uit dit soort opdrachten. Niet alleen is het materiaal zelf actueel en authentiek, het stimuleert vooral de student om zelf ook authentiek te zijn en écht iets over zichzelf te vertellen. Deze visie is natuurlijk niet eigen aan het Web 2.0 (ik was voordien trouwens ook al een fervent voorstander van), maar het leent er zich bijzonder goed toe. Wanneer studenten een vraag moeten stellen op een forum, dan kunnen ze daar iets vragen dat ze écht willen weten (en waarbij ze dus benieuwd zijn naar het antwoord), wanneer ze zichzelf voorstellen met een Glog, dan kunnen ze daarbij zaken vertellen en tonen (filmpjes/foto's) die ze écht willen vertellen. Hetzelfde geldt ook wanneer ze een verhaal moeten vertellen dat waar of fout is bijvoorbeeld. Dit werkt trouwens in beide richtingen, want studenten zijn ook meer geïnteresseerd in wat anderen te vertellen hebben, wanneer dit authentiek is. En daarbij aansluitend: wanneer studenten echt gemotiveerd zijn om iets te vertellen, zullen ze ook meer moeite doen om het bvb. in een woordenboek op te zoeken of om het op een of andere manier te achterhalen.
  4.  Het bijzondere, ten slotte, is dat authentieke communicatie voortaan ook mogelijk is met native-speakers, zonder dat je daar gekke dingen voor hoeft te doen! Een vraag posten op een Spaans forum of een vraag indienen voor de 'interviewé van de dag' in El País, levert quasi onmiddellijk respons op van een native speaker. Ook toepassingen als Woices en Skype spelen daar op in. In één van mijn berichten heb ik het in dat verband over de mogelijkheden om Skypegesprekken op te nemen. Zo ontstond het idee om in de toekomst een soort 'digitaal uitwisselingsproject' te organiseren met een (in mijn geval Franstalige, of -waarom niet- Spaantalige) partnerschool waar ze ook Nederlands studeren.
Een tweede, grote troef van Web 2.0-toepassingen is dat vaak verschillende vaardigheden aan bod komen:


1. Leesvaardigheid
  • De Web 2.0-toepassing zelf is vaak al in een vreemde taal.
  • Dikwijls zal de opdracht zich situeren in een anderstalige omgeving (een Spaans forum, el País, ...)
  • Zelf hou ik van opdrachten waarbij studenten ook moeten lezen wat hun medestudenten hebben geschreven (of geselecteerd uit een krant bvb.): blogs, wiki's, ...
  • De opdrachten zélf zijn uiteraard ook vaak in de vreemde taal geformuleerd.
2. Spreekvaardigheid:
  • Met programma's als Voicethread, Voxopop, Glogster, enz. waarbij studenten hun mening/bijdrage moeten inspreken. Het interessante is dat ze daarbij vaak ook zichzélf beluisteren en het nog eens overdoen wanneer ze niet tevreden zijn!
  • Chatprogramma's zoals Skype
  • Mijn studenten Spaans van het 2de jaar marketing moeten hun blog, waarop ze links plaatsen naar Web 2.0-opdrachten, verdedigen op het mondeling examen.
3. Luistervaardigheid:
  • Verschillende toepassingen maken het mogelijk dat studenten elkaar kunnen/moeten beluisteren (Voicethread, Voxopop, Glogster, Skype, ...)
  • Een bijzonder interessante Web 2.0-toepassing zijn podcasts!! Studenten kunnen er zelf een maken, maar ook gewoon naar luisteren. Er is altijd wel een podcast die aansluit bij hun interesses, die ze dan kunnen downloaden op hun Ipod bvb. en beluisteren wanneer het hen uitkomt. Wist je dat er tal van podcasts bestaan specifiek voor leerders van zo goed als elke vreemde taal? Op Itunes kun je in de categorie 'Podcasts' zoeken op trefwoord.
  • Authentieke luisterfragmenten of -oefeningen zijn wellicht vaak erg moeilijk voor leerders en zijn daarom meer geschikt voor hogere niveau's. video: Youtube,...
4. Schrijfvaardigheid
  • Er zijn tal van toepassingen waarbij studenten moeten schrijven in de vreemde taal: Blogger, Glogster, Wikis, Fora, ... Ideaal, want het is over het algemeen een vaardigheid waar, dat denk ik toch, niet zo vaak wordt op geoefend in de taalklas.


Ten slotte zie ik ook nog een paar andere argumenten in het voordeel van het Web 2.0.
  • Doordat studenten de opdrachten thuis -buiten de contacturen- kunnen maken, kunnen de contactlessen efficiënter verlopen. Studenten zullen zich ook meer verplicht voelen de "huistaken" (als je het zo wilt noemen) effectief te maken, hetgeen -zo ervaar ik toch- nu niet steeds het geval is. De tijd die 'verloren' gaat met het uitleggen van een bepaalde toepassing, wordt zo ruimschoots gecompenseerd.
  • Doordat de taken heel geschikt zijn om zelfstandig te maken, kan het ook een middel zijn om PDT-studenten "bij de les te houden". PDT-studenten zijn studenten die een persoonlijk deeltraject volgen en daardoor vaak niet in de les aanwezig kunnen zijn (doordat lessen elkaar overlappen). Het gaat dikwijls om studenten die bijvoorbeeld naar het derde jaar gaan, maar nog vakken uit het tweede jaar moeten afleggen. Door studenten te vragen op bepaalde tijdstippen een Web 2.0-opdracht uit te voeren, worden ze toch verplicht om de les (zij het op afstand) bij te houden.
  • Hetzelfde geld voor studenten uit het afstandsonderwijs, hoewel dit toch enigszins anders ligt. Deze studenten kunnen -op onze school althans- inschrijven tot een week voor het examen. Dat betekent dat ze niet echt tot een klasgroep behoren en er dus ook niet kan gewerkt worden met (verplichte) communicatie-oefeningen onderling. Ik zie echter wel mogelijkheden in Web 2.0-opdrachten met native-speakers.
  • Het feit dat studenten gestimuleerd worden om ook elkaars werk te lezen of te beluisteren, zal misschien door sommigen bekritiseerd worden omdat ze dan ook elkaars fouten zullen lezen en horen. Dat is zonder meer juist, en vind ik een van de grootste bezwaren. Vandaar dat ik ook vind dat feed-back op een of andere manier steeds nodig is. Toch houdt het tegelijkertijd ook een belangrijk voordeel in: de geproduceerde teksten zijn sowieso op het niveau van de student (ik wees er hierboven reeds op dat de authenticiteit ervoor zorgt dat studenten meer gemotiveerd zijn en bijgevolg ook betere teksten zullen afleveren).
  • Tot slot denk ik dat Web 2.0-opdrachten heel bevorderlijk kunnen zijn voor de klasdynamiek, aangezien ze per definitie staan voor 'sociaal-gerichtheid'. Voor studenten is het een nieuwe manier van samenwerken en interactie. En, we horen het misschien niet graag, maar ik denk dat studenten voor sommige aspecten meer van elkaar kunnen leren dan van de leerkracht.